Zeemansliederen
In de tijd van de grote ontdekkingsreizen, vanaf 16e en 17e eeuw, begon men steeds grotere en vooral langere zeereizen te maken. Er ontstond in die tijd ook zelfs een grote handel tussen verschillende continenten. Aan boord van de grote zeilschepen werden liederen gezongen als arbeidslied. Veel zeemansliedjes, ook wel een shanty genoemd, worden gezien als een protestlied op de slechte werkomstandigheden en de tirannie van de kapitein.
De zeemansliedjes werden gezongen bij werkzaamheden die met een grote groep matrozen tegelijkertijd gedaan moesten worden, zoals het hijsen van de zeilen. Elk soort samenwerking aan boord vraagt zijn eigen ritme en tempo en daardoor zijn er verschillende soorten shanty’s ontstaan. Een zeemanslied met het ritme en de kracht voor de werkzaamheid die nodig was.
Het zeemanslied wordt geleid door de shantyman, deze zong de coupletten voor, waarna de bemanning het refrein zong. De liedjes hebben eigenlijk maar een paar onderwerpen, meestal gaan ze over het verlangen naar huis na maanden op zee, over mooie vrouwen of over drank. Maar ook de zware werkomstandigheden op het schip worden bezongen. Lijfstraffen waren bijvoorbeeld niet ongebruikelijk aan boord. De regel was echter dat wat je zong niet tegen je gebruikt kon worden. Dus de teksten over de slechte omstandigheden en over het gedrag van de officieren en kapitein, mochten gewoon gezongen worden zonder dat de matrozen daarvoor gestraft konden worden.
Tegenwoordig zijn veel zeemansliedjes algemeen bekende liedjes geworden. Ook wordt het nog vaak gezongen door de mannelijke shantykoren. Verwant aan de mannelijke shantykoren zijn de ‘viswijvenkoren’. Zij zingen over de historie van de zeevisserij vanuit het thuisfrontperspectief.
Maak jouw eigen website met JouwWeb